8 maart: Internationale Vrouwendag
Volgens Wikipedia is het de actiedag van de vrouwenbeweging. Internationale Vrouwendag staat elk jaar op 8 maart in het teken van strijdbaarheid en het gevoel van solidariteit van vrouwen overal ter wereld, meestal aan de hand van een specifiek thema.
Internationale Vrouwendag is in de twintigste eeuw ontstaan doordat vrouwen opkwamen voor hun rechten, onder andere op het gebied van arbeid en kiesrecht.
Het is in veel delen van de wereld slecht gesteld met vrouwenrechten, zeker als je bovenstaande omschrijving in je opneemt. Daarom is het zeker nodig dat er bewegingen zijn die deze dag aangrijpen om de vrouwenrechten in de focus van de belangstelling te plaatsen. Mij spreekt vooral het begrip solidariteit aan, want vaak ontbreekt het daar aan, zowel bij mannen als vrouwen, omdat het in onze westerse wereld weliswaar nog steeds niet optimaal, maar vele malen beter is. Daarom staat men er dan niet zo bij stil.
De Internationale Vrouwendag roept je op om die solidariteit te leven en liefst langer dan die ene dag.
Mannen als bedreigde soort
De Internationale Vrouwendag deed me denken aan de situatie in het (basis)onderwijs waar mannen onderhand een bedreigde soort is. Je zou kunnen zeggen, dat het arbeidsaspect van de Internationale Vrouwendag binnen het onderwijs meer dan gerealiseerd is. Ik denk zelfs, dat de enorme feminisering van met name het basisonderwijs een slechte ontwikkeling is.
Leerlingen die 8 jaar op de basisschool zitten zouden zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten moeten hebben, omdat de benadering toch wel verschilt en het opbouwen van een band met het andere geslacht ook van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een kind.
Als vakbond CNV Onderwijs vaststelt, dat al meer dan 5 procent van de scholen geen mannelijke leerkracht meer heeft en dat bijna 15 procent van de scholen slechts één mannelijke collega kent dan zegt dat genoeg over de huidige maar ook toekomstige situatie als er geen maatregelen worden genomen.
De daling bij mannelijke leerkrachten is volgens mij zo rond 2005 begonnen en daarna in een stroomversnelling gekomen. Op de school waar ik werkte liep het percentage leraren binnen 5 jaar van ongeveer 40 procent tot 20 procent terug. Als ik tegenwoordig de website van een willekeurige school bezoek dan kijk ik niet raar op als het schoolteam uit uitsluitend vrouwen bestaat.
Mannendag voor het Onderwijs
Misschien is het tijd voor een ‘Nationale Mannendag voor het Onderwijs’ waarbij overheid, vakbonden en opleidingen samenwerken om het beroep weer aantrekkelijk te maken voor mannen.
Een functionaris van CNV Onderwijs heeft wel wat ideeën (gebaseerd op een enquete onder leden):
Volgens onze leden zijn mannen meer voor het onderwijs te interesseren door een beter salaris en meer carrièremogelijkheden te bieden, maar dat geldt natuurlijk ook voor vrouwen. Een zakelijker cultuur, meer nadruk op techniek en praktische vaardigheden, normale werkdagen, minder lullen en meer poetsen, meer specialisatie en terug naar de primaire taak, het lesgeven, zullen ook helpen om het vak aantrekkelijker te maken voor mannen. Maar het begint al bij de pabo. Geen kleuterstage als eerste stage, minder plakken en knippen, minder nadruk op zorgen en juist wel op didactiek maken de opleiding volgens de respondenten aantrekkelijker. Wat in alle onderzoeken terugkomt als reden om af te haken: de administratieve lasten naast het pedagogisch didactische werk zorgen ervoor dat talentvolle mannen én vrouwen voor het onderwijs verloren gaan.
Graag voeg ik daar nog het vele en lange vaak nutteloze vergaderen aan toe.
Misschien is het inderdaad tijd voor een ‘Nationale Mannendag voor het Onderwijs’!
Als je wil, dan mag je hieronder reageren op dit artikel !
Eén reactie
Beantwoord →