De dame met haar hond
In mijn buurt woont een oudere dame met een hond. Ik zie haar bijna dagelijks als ze haar hond met de mooie naam Audrey uitlaat. Dat doet ze 3 tot 4 keer op een dag en ze leggen samen behoorlijke afstanden af. Audrey wil niet altijd hetzelfde als de dame. Zij spreekt de hond dan toe met ‘Kom nou!’. Die korte uitspraak kan afhankelijk van haar gemoedstoestand of van haar beschikbare geduld heel lief, gewoon lief, ongeduldig of boos worden uitgesproken. Een enkele keer zelfs al roepend en nog net niet schreeuwend. Ik vraag me dan wel eens af of ze ‘Kom nou!’ onbewust uitspreekt of juist heel bewust omdat ze denkt dat die woorden bij haar hond werken. Misschien denkt ze zelfs, dat Audrey iets anders niet zou begrijpen. Ik ken de dame niet met naam, dat hoeft ook niet, voor mij is ze het ‘Kom-nou-vrouwtje’.
Kom nou
Al nadenkend over het bovenstaande moest ik terugdenken aan lessen in het verleden waarbij ik ook wel eens bij leerlingen zoiets zei.
‘Kom nou, probeer die som, hij is niet moeilijk!’
‘Kom nou, je kunt het!’
‘Kom nou, we moeten snel oversteken!’
‘Kom nou, we hebben de klassenregels samen besproken!’
Op die manier kunnen vormen van gebiedende wijs, net als bij de dame met haar hond, als je ze maar vaak genoeg gebruikt, aan je blijven kleven. Misschien was ik in die jaren, zonder dat ik het zelf wist, de ‘Kom-nou-meester’.
Was het verkeerd?
Al verder nadenkend vraag ik me af of het verkeerd was om steeds dezelfde uitspraak te gebruiken in mijn interactie met de leerlingen. Had ik dat moeten voorkomen en had ik meer moeten variëren in het gebruik van de gebiedende wijs.
Nog verder nadenkend kom ik toch tot de conclusie, dat het niet verkeerd was omdat ik denk dat de leerlingen door de veelvuldige herhaling precies wisten wat ik bedoelde of waar ik naar toe wilde. Ze hadden aan dat ene ‘commando’ genoeg.
Terug naar het nu: dat geldt zeker ook voor uitspraken zoals ‘Let op!’, ‘Houd op!’ of ‘Steek over!’. Juist door het steeds weer herhalen van die uitspraken worden ze effectief en weet de ontvanger meteen wat bedoeld wordt.
Als je wil, dan mag je hieronder reageren op dit artikel !
Regelmatig neem ik een door mij gelezen boek erbij en baseer het artikel dan op regel 16 van bladzijde 111.
De regel die ik daar aantref neem ik als uitgangspunt voor mijn artikel en heeft vervolgens verder niets met de inhoud van dat boek te maken.
Deze keer: De zaak Styles van Agatha Christie, uitg. Luitingh-Sijthoff
regel 16 op bladzijde 111: ‘Kom nou!’