Iedereen heeft herinneringen aan één of meer onderwijzers en onderwijzeressen. Die aardige meester die zo boeiend kon vertellen, dat gemene hoofd die je met de liniaal sloeg en de juf die langs kwam toen je ziek was.
Sinds de invoering van de leerplichtwet ontkomt niemand in Nederland meer aan het onderwijs en de onderwijzers.
Op hun beurt moeten onderwijzers lesgeven aan leerlingen die zij niet zelf kunnen kiezen.
Of het nu luie, aardige, stoute, leergierige, gemene, achterbakse of vriendelijke leerlingen zijn, je moet er les aan geven, jaar in, jaar uit.
Uit onderzoek van de laatste tijd blijkt dat het onderwijzer of leraar zijn geen pretje is. De helft van deze beroepsgroep geeft aan onder zware druk te leven en een kwart ziet het niet meer zitten in het onderwijs.
Bron: AO 2258 “Beste meester, lieve juf” van drs. H. van Houten, verschenen 17-3-1989
De auteur H. van Houten voegt er nog aan toe, dat toenmalig onderwijsminister Deetman het onderzoek onder ogen kreeg en dat hij zich “samen met het onderwijsveld wil inspannen voor een betere maatschappelijke positie van de leerkrachten”.
Voor de duidelijkheid, dat was dus meer dan 30 jaar geleden!